DE ZEE IS DEZE ZOMER NIET VAN IEDEREEN, MAAR VIA DE POĆZIE GERAKEN WE ER NATUURLIJK WEL.
Allemaal. Zonder onderscheid des persoons. Met of zonder tweede verblijf aan de kust.
KOOI
De wereld een kooi
De aarde kraakt
Is dit de tijd van de enkelingen
Door kind noch kraai
Vermenigvuldigd?
De lucht bespat met meeuwen
Hun gladde veren
Hun glimmende dooi
Het tederste lawaai
In de kamer is jouw hartslag
Hugo Claus, uit: 'Zeezucht', 2003