BLOEMLEZING WE ZOUDEN NAAR ZEE GAAN, DICHTERS VAN WACHT
Ze kwamen als geroepen, de dichters van wacht. Toen we in de paasvakantie van 2020 met z’n allen door het vermaledijde covid-19 aan ons huis werden geketend, afgesneden van het elders en van de anderen, namen zij plaats bij de telefoon. Ze bleken een groot verlangen in ons te stillen, want op elf avonden tijd werd hun vaste 0800-nummer maar liefst zesduizend keer opgebeld. Bellers en dichters ontmoetten elkaar in de intimiteit van een telefoongesprek. Er werd gezalfd, ontroerd en verstrooid - in beide richtingen.
Dat is wat poëzie vermag. En dat is ook wat de bloemlezing We zouden naar zee gaan aanreikt: een papieren huisapotheek van vijftig gedichten over de brokstukken en de schoonheid van het leven. Eén gedicht van evenveel dichters die tijdens de eerste editie van ‘Dichters van wacht’ bij de telefoon plaatsnamen. Sommigen behoren tot het kruim van de Nederlandstalige dichtersgilde, anderen komen fris piepen.
We zouden naar zee gaan bundelt werk van onder vele anderen Rodaan Al Galidi, Jan Baeke, Benno Barnard, Paul Bogaert, Anneke Brassinga, Tsead Bruinja, Moya De Feyter, Paul Demets, Eva Gerlach, Max Greyson, Maarten Inghels, Hester Knibbe, Delphine Lecompte, Mahlu Mertens, Vrouwkje Tuinman, Maud Vanhauwaert, Joke van Leeuwen en Anne Vegter.
De gedichten werden met grote zorg gekozen door bloemlezers Luuk Gruwez (1953) en Thomas Möhlmann (1975), beiden ook van wacht die keer dat we naar zee zouden gaan. De Standaard-journaliste Jelle Van Riet (1971) herleidde de vele bijzondere ontmoetingen tussen bellers en dichters tot vijf gefictionaliseerde mini-verhalen.
Zalf jezelf met een exemplaar. Bestel bij uitgever PoëzieCentrum. Of koop een bundel bij je lokale boekhandel.